Chris Heutink en Ton Hopmans, Randstad
“Individuele waarde voor de arbeidsmarkt identificeren en benutten”
Chris Heutink en Ton Hopmans, Randstad
Zeist,
14
december
2017
|
10:40
Europe/Amsterdam

“Individuele waarde voor de arbeidsmarkt identificeren en benutten”

“Krapte op de arbeidsmarkt zal voornamelijk ontstaan in de segmenten waar opleiding en kennis niet matchen met de sterk veranderende vraag. De uitdaging is om mensen arbeidsmarktfit te maken en te houden. Randstad ontwikkelt een tool die mensen helpt om inzichtelijk te krijgen wat ze in hun werkende leven zouden moeten doen om te voorkomen dat ze vastlopen en hoe hun arbeidsmarktwaarde zich ontwikkelt. Deze benadering is erop gericht om toekomstige mogelijkheden in kaart te brengen, onafhankelijk van de huidige functie of contractafspraken.”

Chris Heutink en Ton Hopmans voorzien een toekomst waarin fundamenteel anders zal worden gekeken naar de verdeling van arbeid. De wereldbevolking blijft groeien en tegelijkertijd dreigt een situatie waarin een groot deel van de beroepsbevolking daadwerkelijk nodig is om het beschikbare werk te verrichten. Digitalisering zal mogelijk leiden tot minder werk. “Veel mensen stellen dat er vooral ook ander werk zal komen en de realiteit is dat er minder werk zal zijn in de huidige functies”, aldus Hopmans. “Onze Arbeidsmarktwaardescan maakt inzichtelijk wat iemand de komende jaren waard is op de arbeidsmarkt. De gaps die uit de scan blijken, zijn input voor een gerichter en individueler leer- en ontwikkeltraject. Wie in de nieuwe arbeidsmarkt aan boord wil blijven, zal doorlopend aan de bak moeten.” Heutink: “Iedereen roept nu dat je digitaal moet worden. Maar dat betekent eigenlijk vrij weinig. De uitdaging is om dit heel concreet te maken: ‘wat betekent digitaal zijn nou precies? Om welke banen gaat dat en wat moet je doen om die kant op te ontwikkelen?’ Dat zijn de vragen die we te beantwoorden hebben.”

Beide heren voorzien een groeiende tweedeling tussen de groep werkenden die makkelijk inzetbaar is en de groep voor wie dat uitermate lastig wordt. “In de transportsector is vandaag de dag een grote behoefte aan chauffeurs, terwijl die met de opkomst van de zelfrijdende auto’s wellicht niet meer nodig zijn”, vertelt Hopmans. “De vraag is dan wat deze mensen gaan doen, nadat hun baan als vrachtwagenchauffeur ophoudt te bestaan. Zij hebben bepaalde competenties die elders weer van pas kunnen komen en we zullen hen moeten helpen die te benutten. En dit is dan nog een categorie mensen die uit een baan komt en daarom relatief makkelijk aan nieuw werk zou moeten kunnen komen. Kun je nagaan hoe moeilijk het wordt voor mensen die nu al langere tijd buiten het arbeidsmarktproces vallen. Voor hen wordt de afstand tot de arbeidsmarkt alleen maar groter, tenzij we deze groep nu gaan helpen en ondersteunen. Bij diverse gemeenten zie je goede initiatieven. Daar proberen bemiddelaars van de dienst Werk en Inkomen om werklozen op te leiden in de zorgverlening tot niveau 1 of 2. Dat is op zich werk dat op niet al te lange termijn door technologie weer zal verdwijnen, maar in de tussentijd kunnen deze mensen wel competenties opbouwen waar ze later mee verder kunnen. Het doel voor nu is puur om hen in het arbeidsproces te krijgen, in de hoop dat we ze daar via doorlopende leer- en ontwikkeltrajecten kunnen houden. Het zijn eigenlijk een soort entreeniveaus voor de arbeidsmarkt. Het is belangrijk dat de politiek deze mindset meer omarmt. En nadenkt hoe mensen die op een andere manier bijdragen aan de maatschappij dan het direct leveren van economische waarde, daarvoor beloond en gewaardeerd gaan worden. Ook dat is nodig willen we iedereen de kans bieden om een bestaan op te bouwen. Hiermee wordt een maatschappelijk probleem opgelost, zoals de tekorten in de zorg. Maar ook een maatschappelijk probleem voorkomen, namelijk buitensluiting.”

Chris Heutink vult aan: “Iedereen lijkt het er wel over eens dat met name banen in het middensegment gaan verdwijnen. Toch anticipeert het huidige onderwijs daar onvoldoende op. Het grootste deel van de aangeboden opleidingen matcht niet met de toekomstige vraag en is nog vooral gericht op de wereld van nu, die eigenlijk al de wereld van gisteren is. Je ziet de onderwijswereld nog te weinig gezamenlijke, gestructureerde stappen zetten naar nieuwe opleidingen en methodieken. De verschillen zijn groot. Wij proberen als Randstad te helpen door opleidingsinstituten een adviestool te bieden waarmee ze inzicht krijgen in de ontwikkeling van de arbeidsmarkt. Zoals het kunnen uitrekenen van toekomstige schaarste. Op basis daarvan kunnen zij het opleidingsaanbod passend maken voor de toekomst. Als je bijvoorbeeld kijkt hoe vraag en aanbod zich in de afgelopen vijf jaar hebben ontwikkeld in de beroepsgroep communicatieadviseurs, dan zie je dat deze functie nog maar in een beperkt aantal segmenten bestaat, bijvoorbeeld bij de overheid. Op de meeste andere plekken is de functie verdwenen of heeft onder dezelfde naam een heel andere inhoud gekregen. Het is zaak voor onderwijsinstellingen om dat te doorzien, zodat ze mensen niet blijven opleiden voor functies die op korte termijn helemaal zullen verdwijnen of zodanig zijn veranderd dat de opleiding feitelijk waardeloos is geworden.”

Arbeidsbemiddelaars zijn volop bezig met het creëren van inzichten om het ontwikkelpotentieel optimaal te benutten. Maar het blijft volgens Heutink lastig om daarbinnen de juiste keuzes te maken, omdat kennis nog onvolledig is en rapporten elkaar tegenspreken. “Wat we wel weten, is dat eventuele creatie van nieuwe banen veelal bèta-gedreven zal zijn. En in Nederland hebben we een structurele onderbezetting op de bètaopleidingen. We lopen het risico dat het buitenland die leemte gaat opvullen. Deels door de komst van arbeidsmigranten, deels door verplaatsing van bedrijvigheid naar andere landen. Door mondialisering en digitalisering kunnen bedrijven immers overal ter wereld produceren. Vergis je niet: op de universiteiten van India is zo’n 50 procent van de vakken bèta-gedreven. Cultureel is het daar veel minder aan de orde dat je als kind een opleiding kiest die je leuk vindt of waar je gelukkig van wordt. Er wordt simpelweg gekeken naar wat economisch nodig en verstandig is. Ik vrees dat we die omslag in Nederland ook zullen moeten maken. En dat is een moeilijke stap, om de beweging te maken van ‘vrijheid als het hoogste ideaal’ naar ‘maatschappelijk economisch relevant’. Want hoe gaan mensen een studie volhouden waar ze niet echt warm voor lopen? De kunst wordt om de bètaopleidingen zo aantrekkelijk te maken dat mensen ervoor gaan kiezen. Bijvoorbeeld door ruimte te bieden aan creativiteit en organizational skills. Juist de combinatie van die competenties zou ons land vooruit kunnen helpen en het kan studenten motiveren om toch ook de bètakant goed te ontwikkelen.”

De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt stellen nieuwe eisen aan competenties van iedereen, ook van mensen die leidinggeven. “Misschien wel juist van hen”, aldus Hopmans. “Met alleen goede managementskills ga je het niet redden. Inhoudskennis wordt nadrukkelijk belangrijker. Uit de praktijk blijkt nu al dat wanneer een leidinggevende op inhoud de veranderingen niet kan bijbenen, de medewerkers hem of haar als minder waardevol zien. Leidinggevenden moeten begrijpen waar teams mee bezig zijn en de professionele discussie kunnen aangaan.” Hopmans en Heutink voorzien ook veranderingen in de wijze waarop beloning voor werk wordt ingevuld. “In de toekomst zal het ook meer gaan over de waarde die een individu levert”, stelt Hopmans. “In de traditionele cao’s word je beloond op het aantal dienstjaren, via periodieken. Je ziet dat wel veranderen, maar ik vind dat het nog moeizaam gaat. Een jong iemand die veel presteert, mag daar in mijn optiek nu al voor beloond worden. En hoeft daar niet tien jaar op te wachten. Ik ben in die zin absoluut voorstander van variabele beloning. De totale loonsom kan dan bijvoorbeeld bestaan uit een basisinkomen en het variabele deel fluctueert dan mee met de waarde die je toevoegt. Dit gaat niet vanuit de gedachte dat je extreem veel geld moet verdienen, maar vanuit het eerlijke principe dat iemand van 25 jaar die veel heeft geleverd, meer mag verdienen dan iemand met 15 dienstjaren.”

Dat de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt hard gaan is een feit, maar dat betekent niet per definitie dat alles wat traditioneel is onherroepelijk verdwijnt. De menselijke factor blijft bijvoorbeeld in arbeidsbemiddeling erg belangrijk. “Technologie helpt ons om mensen makkelijker door processen te loodsen”, zegt Heutink. “En bijvoorbeeld om eerste selecties te maken, zodat de recruiters kwalitatief beter aanbod te verwerken krijgen. Aan de hand van voice systemen kunnen we bijvoorbeeld op basis van de manier waarop een vraag wordt beantwoord, achterhalen of een kandidaat door kan naar de intake. De traditionele testen kosten 1.300 euro en duren een dag. De inzet van een voice systeem is 6,75 euro en is bovendien veel nauwkeuriger. Maar dat laat onverlet dat de uiteindelijke match om meer gaat dan basale geschiktheid voor de functie. Zeker voor hoogwaardige posities geldt dat het menselijke aspect in de werving en selectie cruciaal blijft. Sterker nog: uiteindelijk is dat waarmee je als arbeidsbemiddelaar onderscheidend kunt zijn. Zeker ook in relatie tot de jongere generaties die de arbeidsmarkt betreden. Ik las laatst nog een artikel over de twintigers en dertigers die al volop last hebben van een midlifecrisis, simpelweg omdat ze zich in korte tijd over de kop werken en zich dan afvragen waarom eigenlijk. Die jonge groepen zullen we evenwel goed moeten begeleiden. Ze zoeken relevantie in hun werk en hun persoonlijke bijdrage en gebruiken de nieuwste technologie om op allerlei fronten te schakelen en te participeren. Ik ben ook bestuursvoorzitter van Enactus, een netwerk waarin studenten, universiteiten en organisaties hun ondernemingskracht inzetten om bij te dragen aan een duurzame en leefbare wereld. Het is verbazingwekkend als je ziet wat die jonge mensen presteren. Ze runnen gewoon een business naast hun studie, besteden twintig uur per week aan sociaal ondernemen. Prachtig, maar ook kwetsbaar. Als arbeidsbemiddelaars hebben we een belangrijke verantwoordelijkheid om niet alleen het potentieel van de jonge generaties optimaal te benutten, maar deze groepen ook te beschermen tegen alle druk die ze al dan niet zichzelf opleggen. Ook dat is een kwestie van mensenwerk, hoe digitaal we ook gaan denken en werken.”

Boilerplate

Chris Heutink en Ton Hopmans, Randstad:

Chris Heutink is na zijn rol als CEO van Randstad Nederland sinds 2014 lid van de executive board van Randstad Group. Daarnaast vervult hij diverse (bestuurs)functies bij onder meer Enactus Nederland en de Amsterdam Economic Board. Ton Hopmans is sinds 2014 CEO bij Yacht, een onderdeel van Randstad Groep. Hopmans is binnen Randstad Groep tevens wereldwijd medeverantwoordelijk voor HR.

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.