Mark Roscam Abbing, ministerie SZW
“Op termijn kunnen we niet vasthouden aan nationale systemen”
Mark Roscam Abbing, ministerie SZW
Zeist,
30
januari
2018
|
12:00
Europe/Amsterdam

“Op termijn kunnen we niet vasthouden aan nationale systemen”

“Er wordt wel gezegd dat we te maken hebben met een natuurlijke trend naar steeds meer flexwerken. ‘Iedereen wordt zzp’er’, hoor ik weleens. Ik ben daar niet van overtuigd. In mijn ogen is de groei van zzp’ers vooral het gevolg van wetgeving. Daar zitten prikkels in die een dergelijke status stimuleren. Ik verwacht dat het komende kabinet daar wat aan gaat doen. De zelfstandigenaftrek bijvoorbeeld minder onderscheidend maken door een soortgelijk voordeel voor werkenden te realiseren, of door de introductie van verplichte collectieve verzekeringen voor zzp’ers. Dat zal het aantal zelfstandigen echt terugdringen.”

Mark Roscam Abbing ziet dagelijks hoe in relatie tot de arbeidsmarkt alles met alles lijkt samen te hangen. “Eigenlijk zouden we op basis van een masterplan moeten werken”, stelt hij. “Maar dat zal er in de praktijk moeilijk van komen. Het frustrerende is een beetje dat de politiek geneigd is om op losse issues in te zoomen en daar wet- en regelgeving op te maken. Waarmee vervolgens elders weer problemen ontstaan. Zo gaat het steeds. We hebben bijvoorbeeld een aantal jaar geleden de bijstand gedecentraliseerd naar de gemeenten. Daar is iedereen op zich best tevreden over. Maar de Wajong was nog niet gedecentraliseerd. En dat bleek een prikkel voor gemeenten om mensen makkelijker naar de Wajong door te verwijzen en dus financieel te laten drukken op het potje van het Rijk. Dat konden we vrij simpel aantonen en we hebben dus ook de criteria inmiddels aangescherpt. Maar dit voorbeeld toont aan hoe zeer alles met elkaar samenhangt en dus ook hoe alert je moet zijn als je veranderingen doorvoert.”

Volgens Roscam Abbing is het van belang dat we ons realiseren dat het traditionele denken over de Nederlandse arbeidsmarkt op de helling gaat. “Op de wat langere termijn kan ik me moeilijk voorstellen dat we onze nationale systemen ongewijzigd kunnen vasthouden. De digitalisering maakt dat werk steeds minder plaatsgebonden wordt. In dat kader wordt het dus ook steeds onlogischer dat de regels veranderen zodra je fysiek een landsgrens over gaat. Ik denk dat je zult zien dat op lange termijn onze instituties niet meer handhaafbaar zijn, zelfs niet onze zorgverzekeringen. We gaan naar een internationale basisvoorziening waar je nationaal of individueel premiums op organiseert. Met daaronder grensoverschrijdende collectieven of andere verbanden die basale verzekeringen en voorzieningen regelen. Mijn overtuiging is dat zodra slechts zo’n tien procent van de beroepsbevolking ervoor kiest en kan kiezen om niet meer mee te doen aan collectieve arrangementen, het hele huidige systeem op de helling gaat. Daar hangt wel een risico aan dat de tweedeling in de maatschappij groter wordt. Omdat de overheid minder kan herverdelen en omdat door technologie de hoger opgeleiden beter en makkelijker mee kunnen komen dan lager opgeleiden. Dat is een zorgpunt, maar we hebben ook niet voor niets een participatiewet als vangnet. Bovendien: op de lange termijn kan ook het beeld van onderkant en bovenkant weleens gaan verschuiven. Complementariteit met technologie vraagt niet per se om hoge intelligentie, misschien meer om empathie. De groep die straks niet kan meekomen, is misschien een andere dan we nu denken. Bovendien: er blijft werk aan de bovenkant en aan de onderkant. Ik denk dat vooral het middenniveau gaat verdwijnen. Er worden op mbo-2-niveau nu mensen opgeleid voor administratief werk dat er waarschijnlijk op korte termijn niet meer is. De vraag is wie er van die groep in staat zal zijn om naar boven op te schuiven en wie noodgedwongen afdaalt naar de onderkant.”

Dat ‘kunnen meekomen’ heeft in de ogen van Roscam Abbing overigens meer dimensies dan enkel technologie. “Het gaat om het daadwerkelijk realiseren van levenslang leren. Ik hoop dat de sociale partners dat samen voor elkaar kunnen krijgen, hoewel alle pogingen daartoe tot nu toe gestrand zijn. Je zou willen dat bedrijven bijvoorbeeld onderling afspreken: ik neem van jou medewerkers over zodra ze 40 zijn, omdat ze dan bij jou niet meer kunnen functioneren en bij mij juist wel. Maar dat is nog een lange weg. De huidige O&O-fondsen waar het merendeel van de ontwikkelingsgelden in zijn ondergebracht, zijn gebaseerd op een indeling uit de jaren vijftig. En dat heb je niet zomaar veranderd. Er zijn vele en grote belangen bij en als je dat wil veranderen, zijn er sowieso verliezers. Daarom gebeurt er tot nu toe nog maar weinig.”

Noodzakelijke veranderingen vragen dus om het durven aanpakken van bestaande systemen en afspraken. “Anders dreigen we in een lastige spagaat te komen”, vertelt Roscam Abbing. “Uit OESE-vergelijkingen blijkt bijvoorbeeld nu al dat in Nederland de bescherming van de vaste contracten het meest vast is en de bescherming van de flexcontracten het meest flex. We moeten manieren vinden om de arbeidsmarkt eenvoudiger en transparanter te maken. Uitzendbedrijven kunnen in die context ook veel nuttigs doen: werkgevers meer full service ondersteunen, inclusief het helpen waarmaken van levenslang leren en inclusief tweede en derde carrière, mensen van werk naar werk begeleiden. En ook: het begeleiden van arbeidsgehandicapten en wellicht het ontwikkelen van nieuwe vormen van dienstverlening waarin mensen en technologie gecombineerd worden. Dat zijn allemaal zaken die helpen een inclusieve arbeidsmarkt gestalte te geven. Arbeidsgehandicapten, vijftigplussers en mensen met een andere achtergrond zouden er bij uitstek van kunnen profiteren.”

Boilerplate

Over Mark Roscam Abbing, ministerie SZW:

Mark Roscam Abbing is directeur Samenleving en Integratie bij het ministerie van SZW en plaatsvervangend DG Sociale Zekerheid. Eerder werkte hij op het ministerie als directeur Werknemersregelingen en directeur Arbeidsmarkt. Voor zijn tijd bij het ministerie was Roscam Abbing bij het CPB verantwoordelijk voor ramingen en doorberekeningen.

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.