Menno van Lieshout
Beleggen: bedrijven uitsluiten of met ze in gesprek gaan?
Menno van Lieshout
Zeist,
15
juni
2016
|
00:00
Europe/Amsterdam

Deel 1: Mensenrechten en arbeidsomstandigheden

Beleggen: bedrijven uitsluiten of met ze in gesprek gaan? Deel 1

Achmea belegt. Maar niet zomaar. We toetsen de beleggingen aan criteria op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur. Hoe gaat dat in de praktijk? Dat laten we zien aan de hand van een voorbeeld in 2015: onze beleggingen in Toyota.

Toyota Motor Corporation behoort tot de grootste autofabrikanten ter wereld. Toyota produceert zo’n 9 miljoen voertuigen per jaar en heeft een wereldwijd marktaandeel van iets meer dan 10%. Er werken bijna 340.000 mensen.

Structurele schendingen arbeidsnormen

Toyota Motor maakt zich via dochteronderneming Toyota Philippines schuldig aan structurele schendingen van de begin¬selen van het UN Global Compact die gaan over arbeidsnormen. Veertig procent van de werknemers van Toyota Philippines heeft geen vast contract. Ze kunnen dus gemakkelijk worden ontslagen. Ook hebben ze minder rechten in vergelijking met werknemers met een vast contract. De werknemers richten een vakbond op, maar ook die wordt door Toyota Phillippines niet erkend. De meeste werknemers worden gedwongen 108 uur per week te werken. Na stakingen in 2011/2012 worden meer dan 135 stakers op staande voet ontslagen, zonder ontslagvergoeding. In een algemene verklaring zegt moederonderneming Toyota Motor dat het een lokaal probleem is dat op een lokaal niveau moet worden opgelost.

Moet je nou nog in zo’n bedrijf blijven beleggen?

Je kunt natuurlijk zeggen: dat doen we niet meer. Maar daar zijn de medewerkers van Toyota niet mee geholpen. Daarom gaat Achmea met Toyota in gesprek. Als belegger kun je proberen om de omstandigheden van de Toyota-werknemers te verbeteren.

Dus legt Achmea een aantal doelstellingen op tafel bij Toyota

  1. Toyota moet aantonen dat de schendingen van de UN Global Compact principes over vakbondsvorming en gedwongen arbeid zijn opgeheven.
  2. Toyota moet beleid opstellen zodat de schendingen niet nog een keer kunnen gebeuren. Toyota moet vakbondsvorming en collectieve onderhandelingen te ondersteunen, ook voor dochterondernemingen. Ook moet Toyota aantonen dat er geen sprake meer is van gedwongen arbeid. En Toyota en Toyota Philippines moeten publiekelijk te reageren op de beschuldigingen.
  3. Het opgestelde beleid moet effectief worden geïmplementeerd. Toyota moet daar dus ook systemen voor ontwikkelen.
  4. Toyota moet transparant zijn over de manier waarop het beleid is geïmplementeerd.
  5. Toyota moet dat beleid laten controleren door een externe, onafhankelijke partij.
  6. Toyota publiceert de resultaten van het onderzoek van die externe partij.
  7. Toyota gaat praten over de schendingen van het UN Global Compact met belanghebbenden.
  8. Toyota communiceert over de voortgang van die gesprekken.

Wanneer zijn we tevreden?

We vinden de gesprekken met Toyota succesvol als de eerste doelstellingen én 4 van de overige doelstellingen binnen 3 jaar zijn gehaald.

De gesprekken verlopen succesvol

Uit de contacten met Toyota blijkt al snel dat het Hooggerechtshof de ontslagen destijds als wettig heeft beoordeeld. Vervolgens onderhandelt het bedrijf over het verstrekken van een ontslagvergoeding van 70% aan de ontslagen werknemers. Een onafhankelijke bron bevestigt dat Toyota nu over een goedgekeurde vakbond beschikt en niet langer met schending van internationale arbeidsrechten wordt geassocieerd. Toyota heeft ook de overwerkvergoeding verhoogd. Daarmee is onze eerste doelstelling behaald.

In Toyota’s MVO rapport staan nu beleidsuitspraken over het erkennen van mensenrechten, in het bijzonder het niet toestaan van gedwongen arbeid, en het recht op vrije vakbondsvorming. , zijn onderwerp van gesprek dat wij met Toyota voeren. Onze tweede doelstelling is dus ook behaald.

Tijdens bezoeken over en weer in de tweede helft van 2014 praten we over het beheersen van risico’s op het niet naleven van arbeidsnormen en –standaarden. Toyota blijkt dergelijke standaarden te hebben opgenomen in een Consolidated Compliance checksheet. Deze checksheet moet door alle 560 dochters van het Toyota-concern worden ingevuld en gebruikt. Toyota waardeert de dialoog met ons en wil die voortzetten.

Uit bestudering van het MVO verslag over 2014 blijkt dat er een monitoringsysteem in gebruik is genomen dat Global Compactschendingen op het gebied van gedwongen arbeid en vakbondsvorming moet voorkómen. Verder is er een Human Rights and Labor CSR Countermeasures Working group ingesteld, die maatregelen moet onderzoeken die het bedrijf op deze aandachts¬gebieden moet nemen. Toyota heeft op grond daarvan nieuwe maatregelen genomen om naleving van mensenrechten en arbeidsnormen op al hun bedrijfslocaties te waarborgen. Met deze uitkomsten van de dialoog en de genomen maatregelen, zijn de 3e, 4e en 7e engagement¬doelstellingen behaald.

We hebben de dialoog met Toyota hiermee succesvol afgerond.

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.