Zeist,
19
mei
2021
|
08:35
Europe/Amsterdam

Van kantoor naar clubhuis

De coronacrisis brengt uitdagingen met zich mee, maar leidt ook tot verrassende oplossingen. Soms moet je in het diepe gegooid worden om snel te leren zwemmen. Daar weten deze drie werkgevers alles van.

Jacques van den Broek is CEO bij Randstad. Het bedrijf is wereldwijd nummer 1 in uitzendwerk en hr-diensten en heeft 38.000 medewerkers. De omzet bedroeg in 2019 € 23,7 miljard.

“Thuiswerken werd van het ene op het andere moment de norm. Gelukkig was Randstad goed voorbereid. We deden al veel op afstand en binnen drie dagen kon iedereen volledig thuis aan het werk. Het grootste winstpunt is dat we ontdekten wat er allemaal nog meer en wél kan. Zo sloten wij het eerste kwartaal vorig jaar financieel af zonder dat er iemand op kantoor aanwezig was. Iets wat ik niet voor mogelijk had gehouden. Er waren ook uitdagingen. Zo raakten bij de corona-uitbraak 150.000 uitzendkrachten hun baan kwijt. Dat was een groot verlies, maar een paar maanden later was het grootste deel gelukkig weer aan het werk. Wij ondersteunden met online trainingen en waar nodig met protocollen voor een veilige werkplek.

Daarnaast konden we niet op bezoek, samen een kopje koffie drinken. Toch heb ik nog nooit zoveel contact gehad met medewerkers én klanten als tijdens het gedwongen thuiswerken. Via quizzen, virtuele borrels en onze radiozender proberen we de lol en moed erin te houden. Het online contact is zo bijna een nieuw ritueel geworden dat ook na Covid-19 zal blijven bestaan. Die instelling proberen we ook mee te geven aan onze klanten. We openden een platform waarop we services aanbieden rondom digitaal interviewen, testen en het managen van teams. De digitalisering van hr-processen kwam bij onze klanten en in de wereld om ons heen in een stroomversnelling. Werkgevers die denken dat ze alles op de oude manier kunnen regelen, gaan achter het net vissen. Als je thuiswerkt, is de drempel om over te stappen naar een ander bedrijf tenslotte veel lager. In de toekomst is de werknemer in the lead, daar moet je als werkgever mee kunnen omgaan.”

Cees van ’t Hullenaar is executive festivaldirecteur bij International Documentary Festival Amsterdam (IDFA), een Nederlands documentairefestival met dertig vaste medewerkers en zestig zzp’ers in het festivalseizoen. De omzet bedraagt € 7,5 miljoen.

“Het grote probleem voor IDFA was de voortdurende onzekerheid over wat wel en niet mocht. We moesten continu schakelen en tot een maand voor het festival, dat elk jaar in november plaatsvindt, wisten we niet waar we aan toe waren. Uiteindelijk organiseerden we in een jaar tijd het hybride IDFA-festival, iets waar we normaal vier jaar over zouden doen. Een handjevol publiek mocht de zalen in en de rest bekeek de documentaires online. In het algemeen was deze opzet heel succesvol, dus de hybride vorm zetten we door. Ons team werd door de coronapandemie in het diepe gegooid. De druk van buitenaf was groot, want we zijn het belangrijkste documentairefestival ter wereld en iedereen keek mee. Bovendien was er geen tijd om nieuwe skills aan te leren. Ik werk al 27 jaar voor IDFA, wij vonden destijds het wiel uit.Dat gevoel van pionieren was nu weer sterk terug. Dat is heel mooi, helemaal als het uiteindelijk ook lukt. Ook de internationale samenwerking is enorm toegenomen. Normaal reizen we veel over de hele wereld, nu ontmoeten festivals en makers elkaar online.

In aanloop naar het festival groeit de organisatie van dertig naar negentig medewerkers. Die moesten ‘vroeger’ allemaal een werkplek in ons kantoor krijgen, maar het afgelopen jaar is gebleken dat het aantal vierkante meters in ons pand er niet zo gek veel toe doet. Al blijven we natuurlijk een creatief bedrijf. Voor organiserende taken is thuiswerken efficiënt, maar voor het creatieve proces is het soms ook nodig om ‘nutteloze’gesprekken te voeren. Dat lukt niet via een beeldscherm. Het kantoor zal daarom een plek blijven waar we samenkomen, brainstormen en creatief kunnen zijn.”

Elly Ploumen is Group HR Director bij Achmea. Als een van de grootste financiële dienstverleners van Nederland heeft Achmea ruim 16.000 fte's en een operationeel resultaat van € 630 miljoen (2020).

“Je moet daar werken waar je dat het beste kunt doen. Dit was al in 2019 onze visie op de toekomst van werken. In de praktijk betekent dit dat medewerkers zowel thuis als op kantoor werken, afhankelijk van hun werkzaamheden. Niemand had kunnen bedenken dat een jaar later bijna 98 procent van onze medewerkers volledig thuiswerkte. Het thuiswerken blijkt voor velen efficiënt en je ziet dat collega’s elkaar op een andere manier leren kennen. Je kijkt tijdens een videocall zo bij iemand de kamer in, waardoor je makkelijker in gesprek raakt. De situatie wierp ook nieuwe vraagstukken op. Aanvankelijk heel praktisch: beschikken medewerkers over de benodigde spullen? Hoe ondersteunen we ouders die thuisonderwijs moeten geven? En belangrijk: hoe bewaken we de privé-werkbalans? De productiviteit lijdt namelijk niet onder Covid-19, medewerkers werken eerder te hard. Met behulp van steekproeven houden we de vinger aan de pols. Hoe gaat het met ze, waar is behoefte aan? Daar spelen we vervolgens op in. Er zijn ook meer structurele vragen.

Hoe brengen we het DNA van het bedrijf over op nieuwe medewerkers? Hoe bewaken we de teamspirit en het gemeenschapsgevoel? En hoe kunnen we creativiteit stimuleren? In pilotteams bedenken en testen we oplossingen voor dit soort vraagstukken, want ook na Covid-19 blijven we deels thuiswerken. Bijna tachtig procent van onze medewerkers wil dit ook. Daarnaast gebruiken we deze periode om onze werkomgeving verder aan te passen: activiteitgebaseerd werken, waarbij het kantoor als ontmoetingsplek dient. We onderzoeken hoe we onze kantoren nog meer als ‘clubhuis’ kunnen inrichten. Met minder werkplekken voor geconcentreerd werken en meer ruimtes waar collega’s op informele, creatieve wijze kunnen samenkomen.”

Dit is een artikel uit Dit is Achmea 
tekst Patty Sjerps
beeld Frank Ruiter