Floris Jan Bovenlander
'Teamsport is per definitie een oefening in solidariteit'
Floris Jan Bovenlander
Zeist,
20
juni
2016
|
09:32
Europe/Amsterdam

Teamsport is per definitie een oefening in solidariteit. Je leert met elkaar omgaan en op elkaar te vertrouwen

 

Met 1 million hockey legs is Floris Jan Bovelander business gezant voor het Nederlandse bedrijfsleven in India. Tegelijkertijd probeert de olympisch kampioen 500.000 kinderen voor de hockeysport te winnen. “De hockeystick is als een vriend van me.”

“Bij het woord solidariteit moet ik aan Lech Walesa denken: Solidarnosc. Ik had zelfs zijn poster op mijn kamer hangen. Onze generatie heeft de val van het Oostblok intens beleefd.”

“Ik vind het leuk om mensen te helpen en er samen iets van te maken. Je leeft niet voor jezelf, maar met elkaar.”

“Teamsport is per definitie een oefening in solidariteit. Je leert met elkaar omgaan en op elkaar te vertrouwen. Als je alles alleen doet, win je niet.”

“Op het moment dat kinderen tools krijgen om zichzelf te ontwikkelen, dan gaan ze zichzelf ook ontwikkelen. Nadenken over hun leven. Dat proberen we wel mee te geven, zowel hier in India als in Nederland”

“Als je in Nederland een hockeytraining geeft, dan roept de helft van de kinderen: ‘ja maar Pietje zegt…' Vervolgens komt er een eindeloze discussie op gang. In Nederland zijn we doorgeslagen om over van alles en niets onze mening te geven.”

“Afspraken maken, je verlies nemen, evalueren waarom je hebt verloren en plannen maken hoe we het de volgende keer beter gaan doen. Dat zijn waarden die je vanuit de sport mee krijgt en die je in het dagelijks leven nodig hebt.”

“Je kan altijd anderen de schuld blijven geven, maar uiteindelijk ga je daarmee nooit winnen. Op een ding heb je werkelijk invloed en dat is jezelf. Houd je daarom vooral bezig met de dingen waarop je invloed hebt. Dat heb ik geleerd van het hockey.”

“In een team is onderling respect de basis van solidariteit. Gewoon van elkaar weten en voelen, dat je je stinkende beste doet. Het gaat pas knagen als er eentje verzaakt, omdat hij de avond van tevoren te laat naar bed is gegaan, iets verkeerds heeft gegeten, geen rust heeft genomen of iets verzwijgt. Dan gaat het fout.”

“De hockeysport heeft net als het voetbal ook sociale issues, zoals agressiviteit, maar de hockeybond gaat daar heel goed mee om.”

“Kijk naar het voetbal. Je kunt wel posters ophangen over respect, maar dat heeft echt totaal geen zin. Respect laat je zien door het te hebben. Als je ziet hoe weinig respect voetballers voor elkaar opbrengen en elkaar verneuken. Al die schwalbes, al dat tenenkrommende geduik… Na de wedstrijd moet je daar gewoon een rode kaart voor durven te trekken.”

“Hockey is geen afspiegeling van de samenleving zoals voetbal. Zo zijn er nauwelijks allochtone hockeyers en de gemiddelde hockeyer verdient nog steeds bovenmodaal. Hockeyers vormen gevoelsmatig meer een groep dan voetballers.”

“Vroeger dronken we nog weleens een biertje tijdens het toernooi. Dan zeiden we dat het heel hard nodig was om even te ontspannen. Dat zal nu niet meer gebeuren.”

“Ik ben een sociale hockeyer, die af en toe een schop onder zijn hol nodig heeft. Pas als het echt spannend wordt concentreer ik mij.”

“Coach Hans Jorritsma was van het conflictmodel. Die zocht ruzies op en zorgde daarmee voor voortdurende onrust. Je liep daardoor constant op je tenen.”

“Vroeger werd er niet zoveel gevraagd, je moest gewoon luisteren. Aan onze kinderen wordt de hele dag door gevraagd wat ze willen, vinden en kunnen. Dat zie je terug in de samenleving.”

“We moeten in Nederland niet te veel problemen opzoeken die er niet zijn. Ja, Nederland gaat niet naar het EK. Maar als dat het probleem is van ons land, dan doen we het best lekker.”

“Ik ben heel anders dan mijn ouders. Mijn kinderen zijn weer heel anders dan ik. Wij boksen nog op tegen hun mobiele telefoon, die wereld, die afleiding. Ik schrik soms van alles wat er op hen afkomt. Toch denk ik niet dat mijn kinderen over 10 jaar zullen zeggen: ‘Laten we die mobiel maar wegdoen, het is toch veel leuker om gewoon met elkaar te praten.’

“Je hebt met heel veel mensen contact, maar met weinigen echt. We kijken meer naar belevingen, dan we zelf willen beleven.”

“Het is een band voor altijd, dat WK-team. Laatst waren we weer met z’n allen bij elkaar, dan is het meteen mooi. Iedereen pakt weer zijn eigen rol en doet zijn dingen. Ik wil het totaal niet vergelijken met oorlogsveteranen, het was bij ons natuurlijk maar een spel, toch hebben we wel iets beleefd met elkaar.”

“Zoals het was in mijn sportcarrière. Die intensiteit, die heb ik nooit meer teruggevonden.”

Boilerplate

Hoe solidair is Nederland?

Vanaf begin 2015 is Achmea op zoek naar antwoorden op deze vraag. We vragen publieke figuren naar hun persoonlijke mening over solidariteit. Dat levert elke week nieuwe inzichten op. Lees eerdere blogs over solidariteit in Nederland en praat mee op Facebook!

Reacties 1 - 3 (3)
Bedankt voor uw bericht.
e
16
December
2023
e
e
16
December
2023
e
Jeroen
21
June
2016
Grt