Zeist,
14
oktober
2019
|
15:01
Europe/Amsterdam

Prof. Dr. Ernst Hirsch Ballin: "Wij willen ruimte maken voor het ongebruikelijke"

Interview voorzitter Achmea Foundation

In de loopbaan van Prof. Dr. Ernst Hirsch Ballin nemen naast wetenschappelijk en bestuurlijke taken maatschappelijke organisaties een belangrijke plaats in. Rechtvaardigheid en menselijkheid zijn kenmerkende doelstellingen van die organisaties. Niet zo vreemd dus dat hij al 5 jaar voorzitter is van de Achmea Foundation.

U bent nu 5 jaar voorzitter van de Achmea Foundation. Wat deed (en doet) u besluiten om zich juist voor deze stichting in te zetten?

“Het is het soort werk dat bij mij past. Ik probeer mij te laten leiden door het katholiek - sociaal denken. Als het gaat om het opkomen voor menselijke waardigheid, dan vind ik dat je geen compromissen mag sluiten, maar het best mogelijke moet doen. De missie van de Achmea Foundation, het opkomen voor kwetsbare groepen in de samenleving, past daar goed bij.”

Hoe kijkt u aan tegen de ontwikkeling die de foundation de afgelopen 5 jaar heeft doorgemaakt?

“Tot 2014 was de foundation het ‘goede doelen adres’ van Achmea. Goede doelen konden een aanvraag indienen. Dat leidde tot enorme schakering van aanvragen en voorstellen. We hebben nu de benadering dat we zelf organisaties uitnodigen om voorstellen te doen, altijd binnen de domeinen gezondheidszorg, landbouw en financiële dienstverlening.

Het thema en de selectiecriteria worden vooraf door het Bestuur vastgesteld, waarna de selectiecommissie – bestaande uit een afvaardiging van het Bestuur en het Bureau – mandaat krijgt om de eerste selectie te maken. Dat is tegelijkertijd een tweede grote ontwikkeling. We hebben een zeer zorgvuldig selectie- en monitoringsproces ontwikkeld, waarbij wij het creëren van duurzame impact centraal stellen.”

Hoe zou u de Achmea Foundation willen typeren?

“Kenmerkend voor Achmea Foundation is de focus op continu verbeteren, teneinde impact voor de meest kwetsbare mensen in ontwikkelingslanden, maar ook in Nederland te vergroten. Wij zien onszelf als een lerende organisatie. Wij werken altijd intensief samen met partners. Wij leren van hen, zij leren van ons. Bovendien investeren we vooral in innovaties. Ook dat zijn leerzame processen.”

Op wat voor manier investeren jullie?

“Barrières zijn vaak financieel van aard. Kijk bijvoorbeeld naar innovaties; er is startkapitaal nodig. Of kijk naar toegang tot gezondheidszorg: hoe maak je zorg op beschikbaar voor kwetsbare groepen? Wat wij doen in diverse programma’s, is de financiële barrières wegnemen. Dan bedoel ik niet simpelweg het geven van geld – dat is de klassieke benadering van ontwikkelingshulp. Maar werkwijzen aandragen die de projecten financierbaar maken. Bijvoorbeeld via microverzekeringen. De projecten moeten op den duur zelfvoorzienend zijn, ook als de Achmea Foundation zich terugtrekt.”

In wat voor soort programma’s investeert de Achmea Foundation?

“Wij willen ruimte maken voor het ongebruikelijke. Wij stappen in projecten en programma’s die nog in het begin van hun eigen leercurve zitten. Die nog niet bewezen effectief zijn, maar waar wij wel potentie in zien. Het zijn veelal bijzondere projecten. Soms zijn het zelfs enigszins riskantere projecten. Waarmee ik bedoel: niet alleen maar ‘succes gegarandeerd’.”

Nemen jullie daarmee niet veel (financieel) risico?

“Als we 100% zeker hadden willen zijn, dan hadden we een beetje geld toegevoegd waar het toch al is. Daarmee maak je niet echt een verschil. Wij willen innovaties op gang helpen. Dan maak je dus een inschatting in hoeverre dat succesvol gaat zijn in de toekomst. Daarmee nemen we een geaccepteerd risico. We zijn alles behalve roekeloos. We hebben een zeer zorgvuldige procedure van selectie, monitoring en evaluatie ontwikkeld.”

Hoe doen jullie dat dan?

“Ik noemde het zojuist al: cruciaal in het besluitvormingsproces is de variabele ‘het creëren van impact’. Dat is vooraf moeilijk in te schatten. Én achteraf niet eenvoudig te meten. Toch zetten we hier veel effort op. We hebben een werkwijze ontwikkeld waarbij we heel precies in kaart brengen wat de relevante succesfactoren zijn van een project. Op basis van deze inzichten hebben we met het Bestuur van de Foundation de discussie: gaan we hierin investeren of niet? Tussentijds en achteraf meten we wat de impact is van het project.”

Zijn daar al sprekende voorbeelden van?

“Dit zal zich de komende 2 jaar gaan bewijzen. We komen nu in fase van tussenrapportage op diverse grotere programma’s. We gaan dus bezien of we succesvol zijn. Waar moeten we bijsturen? Waar en hoe kunnen we verbeteren? Wat dat betreft zie ik zeer uit naar 2019 en 2020. Het gaat zichtbaar worden of we een goede inschatting en de juiste keuzes hebben gemaakt.”

Dit interview is afkomstig uit het Achmea Foundation jaarverslag 2018: https://www.achmea.nl/foundation/achmea-foundation/jaarverslagen