Zeist,
02
oktober
2012
|
00:00
Europe/Amsterdam

Nederlands consortium werkt aan wederopbouw Burundi

​Achmea, HealthNet TPO en Wageningen UR bundelen hun krachten in een innovatief project dat bijdraagt aan de wederopbouw van Burundi. Dit samenwerkingsverband combineert het verbeteren van de gezondheidszorg, de introductie van nieuwe landbouw-methoden en het vergroten van de economische weerbaarheid.

De Achmea Foundation heeft hier een initieel budget van bijna €500.000 voor beschikbaar gesteld. De partners zijn door het Ministerie van Buitenlandse Zaken uitgenodigd een voorstel in te dienen bij het Agentschap NL, waarmee het budget mogelijk substantieel kan worden aangevuld.

Realiseren van randvoorwaarden voor wederopbouw
Burundi is een van de armste landen ter wereld. Het land kampt met voedseltekorten, ontbossing, droogte, HIV/AIDS en de nasleep van een jarenlange burgeroorlog. Voedselzekerheid, economische zelfredzaamheid en goede gezondheidszorg zijn randvoorwaarden om het land weer op te bouwen.
Achmea, Wageningen UR en HealthNet TPO hebben een breed project opgezet dat voorziet in het realiseren van deze randvoorwaarden. Door microverzekeringen voor zowel gewassen als ziektekosten te introduceren worden barrières voor ontwikkeling weggenomen. Het stelt de plattelandsbevolking in staat nieuwe landbouwtechnieken te gebruiken en daarmee hun inkomsten en voedselzekerheid te verhogen zonder dat daarbij voor hen ondraagbare risico’s ontstaan. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan toegankelijke gezondheidszorg.

Duurzame productieverhoging
In Burundi is de landbouwproductiviteit nog erg laag. Dat zit in veel factoren. Onderzoeker Christy van Beek van Alterra Wageningen UR: “Er is niet één factor die de lage productiviteit verklaart. Om de productiviteit te verhogen is een integrale aanpak nodig, waarbij gewerkt wordt aan verbetering van agronomische praktijken, maar onder meer ook aan zaaizaad, bodemkwaliteit en gewaskeuze. Dat doen we op een participatieve manier. Veranderingen moeten passen in de lokale context en daarom is het ontzettend belangrijk om samen te werken met lokale organisaties en met boeren. In dit project stellen we met boeren en lokale organisaties pakketten van maatregelen samen die leiden tot duurzame productieverhoging. Uiteindelijk zijn het de boeren zelf die hun eigen pakket samenstellen”.

Integrale aanpak
Met hogere inkomsten uit landbouw wordt het voor boeren in Burundi ook mogelijk om zich tegen ziektekosten te verzekeren. Een slechte gezondheid wakkert armoede aan, daarom is het belangrijk tegelijkertijd te werken aan kwalitatieve en toegankelijke basiszorg, ook voor de kwetsbare groepen. HealthNet TPO neemt het verbeteren van de gezondheidszorg voor haar rekening, terwijl Achmea haar expertise toepast bij het opzetten van de verzekeringen voor landbouw en vee. Willem van Duin, voorzitter van de Raad van Bestuur van Achmea: “De problematiek in Burundi is zo veelomvattend, dat een integrale aanpak noodzakelijk is. Ik ben daarom zeer verheugd dat we intensief samenwerken met HealthNet TPO en Wageningen UR om een bijdrage te leveren aan de wederopbouw. Door onze krachten te bundelen, kunnen we echt een verschil maken.” Het doel is om per 1 september 2015 75.000 mensen te hebben verzekerd.

Coöperatieve grondslag
Achmea steunt al jarenlang microverzekeringsprojecten in ontwikkelingslanden. Met kennis en ervaring van eigen medewerkers en financiële bijdragen vanuit de Achmea Foundation. “Deze coöperatieve vorm van verzekeren past uitstekend bij hoe wij in Nederland al 200 jaar opereren”, aldus Willem van Duin. “In Nederland is het de normaalste zaak van de wereld dat je verzekerd bent in geval van tegenslag. In veel ontwikkelingslanden is dat niet zo vanzelfsprekend. Een verzekering brengt financiële zekerheid met zich mee, die mensen in staat stelt om te bouwen aan een betere toekomst. Ik ben er trots op dat wij daar als Achmea een bijdrage aan kunnen leveren.” Daarnaast stelt directeur van HealthNet TPO, Willem van de Put dat dit model in meerdere fragiele staten zal worden uitgewerkt: “We zijn daar al mee bezig in Cambodja, Zuid-Soedan en Afghanistan. De bevolking heeft na jaren van geweld en onderdrukking geen vertrouwen meer in overheden, maar op deze manier kunnen zij zelf meedenken en- werken aan de opbouw van instituties die onontbeerlijk zijn voor duurzame ontwikkeling”.