Hans Oosters, Voorzitter van de Unie van Waterschappen
“De weersomstandigheden veranderen veel sneller dan we hadden gedacht”
Hans Oosters, Voorzitter van de Unie van Waterschappen
Zeist,
01
februari
2018
|
11:06
Europe/Amsterdam

Hans Oosters, voorzitter van de Unie van Waterschappen

Hans Oosters is Voorzitter van de Unie van Waterschappen en maakt zich zorgen over de extreme neerslag en heftige stormen. Met zijn organisatie is hij verantwoordelijk voor het waterbeheer in ons land. “Wij zitten nu al op de omvang én de intensiteit die het KNMI voor het jaar 2050 heeft voorspeld.”

Delen van Parijs stonden onlangs blank vanwege de Seine die buiten haar oevers trad. Ook in Nederland staat het water hoog. Zijn er momenten waarop u weleens denkt ‘dit gaat verkeerd?’

“Nee, in de afgelopen dertig jaar hebben wij goed ingespeeld op de gevolgen van de klimaatverandering. Zo is de kustverdediging meegegroeid met de zeespiegelstijging en rivieren zijn toegerust om veel meer water te verwerken. Onze dijken zijn bovendien steviger en hoger gemaakt. Over hoogwater, of een ruwe zee hoeven we ons geen zorgen te maken.”

Zijn er ontwikkelingen die wel zorgen baren?

“De weersomstandigheden veranderen veel sneller dan we hadden gedacht. Er is veel vaker heftige regenval dan in het verleden, maar ook periodes van langdurige droogte en bodemdaling komen verrassend veel sneller op ons af.”

Over hoeveel meer regen praten we dan?

“25 procent meer in vergelijking met de jaren ’50 van de vorige eeuw. De regen is ook anders dan uit die tijd. Toen had je vooral miezerregens. Nu zijn het tropische buien. 60 tot 80 millimeter neerslag in een uur tijd is geen uitzondering meer. Wij zitten nu al op de omvang én de intensiteit die het KNMI voor het jaar 2050 heeft voorspeld.”

Wat betekent dat?

“Meer overlast en schade. Na de buien in de zomer van 2016 heeft de politiek dit ook erkend. We moeten rekening houden dat we vaker met dit soort extreme situaties te maken krijgen, het zijn geen incidenten meer.”

Met andere woorden?

“Zullen we onze ruimtelijke omgeving moeten gaan prepareren op ellende. Daarom heeft het vorige kabinet Rutte in september 2017 opdracht gegeven om in het Nationale Delta Plan versneld aanpassingen te doen voor de ruimtelijke adaptatie.”

Ruimtelijke adaptie? Wat is dat? Waar hebt u het dan over?

“Alle gemeenten in Nederland hebben verplicht stresstests gedaan in samenwerking met de waterschappen. Met die klimaatchecks wordt in beeld gebracht waar we in ons land tegen problemen aan gaan lopen. Op basis daarvan kunnen we snel maatregelen nemen. Uiteindelijk zullen we moeten gaan bouwen op basis van de weertypen die komen. In de ontwerpen zullen we droogte- en hitte-stress mee nemen.”

Zitten we dan safe?

“Ook al ligt Nederland er piekfijn bij, Deltares heeft berekend dat we alsnog op 70 miljard schade dienen te rekenen als gevolg van noodweer.”

Wat moeten we ons eigenlijk voorstellen bij hittestress in Nederland?

“Nu is het op een tropisch warme dag 25 graden in De Bilt. In het centrum van Rotterdam wordt het dan al snel 33 graden. Volgens het KNMI wordt het in 2035 op dezelfde tropisch warme dag 28 graden in De Bilt en 39 in het hart van de Maasstad. Dat levert problemen op als je geen voorzieningen treft.”

Welke maatregelen worden nu al getroffen?

“We zullen naar meer natuur en groen in de stad gaan. Maar ook simpele dingen als stoepranden zullen terugkomen om het water zoveel mogelijk op straat te bergen en ervoor te zorgen dat winkels en woningen niet onderlopen. Bewoners en bedrijven zullen ook meer samen moeten ondernemen. In Rotterdam zijn we nu bezig met groene binnentuinen, in plaats van betegelde. Je geeft mensen daarmee handelingsperspectief en voorkomt dat ze straks twee keer per jaar nieuw laminaat moeten leggen.”

Welke gebieden zijn het meest kwetsbaar voor hevige regenval?

“Dat zijn de oudere wijken in de steden uit het begin van de 20ste eeuw. Ze liggen vaak lager en de bebouwingsdichtheid is groot met veel verharde tuinen.”

Vallen bepaalde gebieden straks nog te verzekeren?

“Het wordt in elk geval een interessante uitdaging voor schadeverzekeraars. In het waterbeheer doen we aan maximale preventie, zoals de normering van dijken, maar bij hevige regenval is dat niet mogelijk. We kunnen daar geen honderd procent veiligheid garanderen. Aangezien het weer niet discrimineert en overal kan vallen, zullen we bijvoorbeeld moeten nadenken over de wijze waarop we met niet zelfredzamen omgaan in extreme weersituaties.”

Hoe zit het met de droogte? Welke effecten heeft dat? Moeten we straks net als in Kaapstad op drinkwaterrantsoen of is dat overdreven?

“In de landbouw kampt men al veel langer met langdurige droogte. Ga maar eens met de boeren in Limburg en Brabant praten. De afgelopen tien tot vijfenzestig jaar is er veel veranderd. Toch zijn we het niet gewend om uit schaarste naar waterbeschikbaarheid te kijken. Het is echter de realiteit. We hebben het watersysteem al aangepast om in bepaalde gebieden zolang mogelijk zoet water vast te houden.”

Werkt deze strategie niet tegen je op het moment dat er veel water valt te verwerken?

“Zeker een zorg. We laten beken bijvoorbeeld langzaam meanderen om het water langer op een plek te houden, maar als je in een keer een klets water hebt op te vangen, is dat onvoldoende geschikt om het snel naar een gemaal af te voeren. We werken nu aan bredere zones langs de oevers van deze beken. De gehele ruimtelijke ordening zullen we flexibel moeten maken naar droogte en hevige regenval.

U hebt meerdere keren aandacht gevraagd voor de kwaliteit van ons drinkwater. Wat is daarmee aan de hand?

“Er is voldoende zoet water aanwezig maar de kwaliteit is een beperkende factor. Het is zaak dat we het niet verder laten verslechteren. Er zit te veel rotzooi in ons water wat er niet in thuishoort, zoals gewasbestrijdingsmiddelen, mest, plastic afval en stoffen uit medicijnen.”

Wat is uw voorstel?

“Wat je niet in het water gooit, hoef je er ook niet uit te halen. Producenten, overheden, leveranciers en chemische industrie zullen samen hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Samen moeten we een bijdrage leveren om de Europese doelstellingen voor schoon drinkwater zien te behalen. Het is namelijk niet het probleem van de buurman.”

Reacties (0)
Bedankt voor uw bericht.