Karin Tollenaar
“Het is een bepaalde blik, waaraan je kunt zien of iemand dood gaat"
Karin Tollenaar
Zeist,
30
mei
2016
|
09:04
Europe/Amsterdam

“Het is een bepaalde blik, waaraan je kunt zien of iemand dood gaat”

Sinds haar puberteit werkt Karin Tollenaar (54) voor het Rode Kruis. Overal springt ze bij. Van een brand in een bejaardenhuis tot blaren prikken bij de Avondvierdaagse. Als ze niet is te vinden op sportvelden, of dancefestivals, tref je haar in Zwolle. Bij Zilveren Kruis, op de afdeling die de ziekenhuisrekeningen verwerkt.

“We zouden meer tijd moeten nemen om naar mensen te luisteren, dan worden problemen heel anders opgelost.”

“Ik ga regelmatig met mijn schoonmoeder naar het ziekenhuis om haar te helpen met gesprekken met medici. Die zijn eigenlijk alleen maar geïnteresseerd in het oplossen van een klacht. De menselijke kant van het verhaal interesseert ze niet. Jammer. In een gesprek van tien minuten kun je zoveel te weten komen over iemands leven. Dan blijken er misschien heel andere oorzaken te zijn voor medische klachten en helpt een tabletje helemaal niet.”

“Helpen zit in me. Mijn vader was voorzitter van de plaatselijke EHBO en mijn moeder bezocht eenzame mensen om een praatje mee te maken. Ik moet zelfs oppassen dat ik er niet helemaal in opga. Hulp bieden aan iedereen en mijzelf vergeten.” 

“De jeugd is niet meer bereid om zich voor langere tijd te binden. Ze hebben veel te veel te doen. Daarom heeft het Rode Kruis Ready to help bedacht. Jongeren die zich hebben opgegeven worden pas ingeschakeld wanneer het echt nodig is. Dan verlenen ze voor een kortere periode hulp. Zoals bij de opvang van de vluchtelingen, een jaar geleden. ”

“De reizen met de Henri Dunant van het Rode Kruis, vond ik altijd heel bijzonder. Het was geweldig om die mensen - die anders nooit op vakantie konden - eens heerlijk te vertroetelen.”

“Met de Nijmeegse Vierdaagse ben ik gestopt. Dat werd me te zwaar. Je moet toch om drie uur ’s nachts op en tegen middernacht kruip je weer in je bed. Het stond me bovendien tegen dat we ons steeds meer aan protocollen moesten houden. Uit angst voor mogelijke claims van wandelaars dienden alle behandelingen te worden beschreven en vastgelegd.”

“Nederland is verhard. Dat zien we ook bij sportactiviteiten. Mensen zijn fanatieker, heviger. We behandelen veel meer blessures dan vroeger. Agressie naar hulpverleners neemt ook toe. Ze kunnen het je echt heel moeilijk maken. Of zelfs op de vuist willen. Zeker als er alcohol en drugs in het spel zijn, berg je dan maar. Er zijn zoveel verschillende drugs… Dat maakt het zelfs erg lastig om goede hulp te bieden.”

“Op dit moment geef ik veel trainingen aan hulpverleners van het Rode Kruis. Infuus aanleggen, reanimeren, maar ook hoe ze met een rolstoel moeten omgaan. Ik laat de cursisten dan echt in een rolstoel zitten. De meesten schrikken zich rot. Mensen op straat gaan namelijk heel anders naar je kijken en doen. Er wordt zelfs een beetje gedaan alsof je niet meer bestaat. Alleen de persoon achter de rolstoel wordt in winkels aangesproken.”

“‘Heb ik het wel goed gedaan?’' Die vraag spookte door mijn hoofd nadat ik een man had gereanimeerd die later overleed in de ambulance. Die momenten staan in mijn geheugen gegrift. Het is een bepaalde blik, waaraan je kunt zien of iemand dood gaat.”

Boilerplate

Hoe solidair is Nederland?

Vanaf begin 2015 is Achmea op zoek naar antwoorden op deze vraag. We vragen publieke figuren naar hun persoonlijke mening over solidariteit. Dat levert elke week nieuwe inzichten op. Lees eerdere blogs over solidariteit in Nederland en praat mee op Facebook!

Reacties 1 - 1 (1)
Bedankt voor uw bericht.
Erik van Luxzenburg
02
June
2016
Mooi beschreven Karin, je passie voor het Rode Kruis herken ik helemaal. Zo heb ik je bij het Rode Kruis en de SIGMA leren kennen. Ik hoop je bij het Rode Kruis nog lang m'n collega te mogen noemen....